Category:Dutch transitive verbs
Jump to navigation
Jump to search
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch verbs that indicate actions, occurrences or states directed to one or more grammatical objects.
- Category:Dutch ditransitive verbs: Dutch verbs that indicate actions, occurrences or states of two grammatical objects simultaneously, one direct and one indirect.
- Category:Dutch ergative verbs: Dutch ergative verbs: intransitive verbs that become causatives when used transitively.
Subcategories
This category has the following 2 subcategories, out of 2 total.
D
- Dutch ditransitive verbs (0 c, 8 e)
E
- Dutch ergative verbs (0 c, 174 e)
Pages in category "Dutch transitive verbs"
The following 200 pages are in this category, out of 2,890 total.
(previous page) (next page)A
- aaien
- aan het toeval overlaten
- aan zijn lot overlaten
- aanaarden
- aanademen
- aanbelangen
- aanbenen
- aanbermen
- aanbetalen
- aanbetrouwen
- aanbevelen
- aanbidden
- aanbieden
- aanbijten
- aanbinden
- aanblaffen
- aanblazen
- aanbouwen
- aanbreken
- aanbrengen
- aanbrullen
- aandenken
- aandienen
- aandikken
- aandissen
- aandoen
- aandragen
- aandrijven
- aandrukken
- aanduiden
- aanduwen
- aaneendraaien
- aaneenschakelen
- aaneenschrijven
- aanerven
- aanfluiten
- aangaan
- aangeven
- aangluren
- aangooien
- aangrijnzen
- aangrijpen
- aangrinniken
- aanhalen
- aanhangen
- aanhebben
- aanhechten
- aanhelpen
- aanhijgen
- aanhijsen
- aanhitsen
- aanhopen
- aanhoren
- aanhouden
- aanhuilen
- aanjagen
- aankaarten
- aankijken
- aanklagen
- aanklampen
- aankleden
- aanknopen
- aankondigen
- aankopen
- aankunnen
- aanlachen
- aanlappen
- aanlassen
- aanleggen
- aanlengen
- aanleren
- aanleveren
- aanlijnen
- aanmaken
- aanmelden
- aanmerken
- aanmoedigen
- aannaaien
- aannemen
- aannopen
- aanpakken
- aanpassen
- aanplakken
- aanplanten
- aanprijzen
- aanraden
- aanranden
- aanreiken
- aanrekenen
- aanrichten
- aanrijden
- aanroepen
- aanroeren
- aanschaffen
- aanscherpen
- aanschieten
- aanschouwen
- aanschrappen
- aanschreeuwen
- aanschrijven
- aanschroeven
- aanschudden
- aanslaan
- aanslingeren
- aansluiten
- aansmeden
- aansmeren
- aanspannen
- aanspelden
- aanspelen
- aanspinnen
- aansporen
- aanspreken
- aanstampen
- aanstaren
- aansteken
- aanstellen
- aanstippen
- aanstoffen
- aanstoken
- aanstoten
- aanstrepen
- aanstrikken
- aansturen
- aantalen
- aantasten
- aantekenen
- aantijgen
- aantillen
- aantokkelen
- aantonen
- aantreffen
- aantrekken
- aanvaarden
- aanvallen
- aanvangen
- aanvaren
- aanvatten
- aanvechten
- aanvertrouwen
- aanvliegen
- aanvoeden
- aanvoegen
- aanvoelen
- aanvoeren
- aanvragen
- aanvreten
- aanvullen
- aanvuren
- aanwakkeren
- aanwenden
- aanwerken
- aanwerpen
- aanwerven
- aanweven
- aanwijzen
- aanwinnen
- aanwrijven
- aanzaaien
- aanzanden
- aanzeggen
- aanzeilen
- aanzetten
- aanzien
- aanzouten
- aarden
- abbreviëren
- abonneren
- aborteren
- absorberen
- abstraheren
- accapareren
- accederen
- accentueren
- accepteren
- accommoderen
- achten
- achter het behang kunnen plakken
- achterhalen
- achterlaten
- achtervolgen
- achterwaren
- achterzeilen
- activeren
- actualiseren
- adelen
- administreren
- adoreren
- adstrueren
- adviseren
- afbakenen
- afbedelen
- afbeelden
- afbeitelen
- afbellen
- afbetalen
- afbetten
- afbeuken
- afbeulen
- afbijten