Jump to content

afbeelden

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From af +‎ beelden.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈɑvˌbeːldə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧beel‧den

Verb

[edit]

afbeelden

  1. (transitive) to portray, to depict, to represent
    Op dit schilderij staan meerdere verhalen afgebeeld.Multiple stories are depicted on this painting.

Usage notes

[edit]
  • Differs somewhat from its near-synonym uitbeelden; uitbeelden for example can be used for a staged play in which some story is represented (uitgebeeld), whereas afbeelden is rather used for non-staged visual arts such as painting or drawing and cannot be used of plays (a play cannot afbeelden a story or even a scene).

Conjugation

[edit]
Conjugation of afbeelden (weak, separable)
infinitive afbeelden
past singular beeldde af
past participle afgebeeld
infinitive afbeelden
gerund afbeelden n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular beeld af beeldde af afbeeld afbeeldde
2nd person sing. (jij) beeldt af, beeld af2 beeldde af afbeeldt afbeeldde
2nd person sing. (u) beeldt af beeldde af afbeeldt afbeeldde
2nd person sing. (gij) beeldt af beeldde af afbeeldt afbeeldde
3rd person singular beeldt af beeldde af afbeeldt afbeeldde
plural beelden af beeldden af afbeelden afbeeldden
subjunctive sing.1 beelde af beeldde af afbeelde afbeeldde
subjunctive plur.1 beelden af beeldden af afbeelden afbeeldden
imperative sing. beeld af
imperative plur.1 beeldt af
participles afbeeldend afgebeeld
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

[edit]

Anagrams

[edit]