Jump to content

afbeeldend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

afbeeldend

  1. present participle of afbeelden

Declension

[edit]
Declension of afbeeldend
uninflected afbeeldend
inflected afbeeldende
positive
predicative/adverbial afbeeldend
afbeeldende
indefinite m./f. sing. afbeeldende
n. sing. afbeeldend
plural afbeeldende
definite afbeeldende
partitive afbeeldends

Anagrams

[edit]