Category:Dutch separable verbs with uit
Appearance
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch separable verbs with the particle uit.
Pages in category "Dutch separable verbs with uit"
The following 163 pages are in this category, out of 163 total.
U
- uitademen
- uitbarsten
- uitbaten
- uitbeelden
- uitbesteden
- uitbetalen
- uitblazen
- uitblijven
- uitblinken
- uitbollen
- uitbotten
- uitbraken
- uitbrakken
- uitbranden
- uitbreiden
- uitbreken
- uitbrengen
- uitbroeden
- uitbuiken
- uitbuiten
- uitdagen
- uitdelen
- uitdelgen
- uitdenken
- uitdiepen
- uitdijen
- uitdoen
- uitdossen
- uitdoven
- uitdraaien
- uitdragen
- uitdrijven
- uitdrogen
- uitdrukken
- uitdunnen
- uitflappen
- uitgaan
- uitgeven
- uitglijden
- uitgooien
- uitgraven
- uitgroeien
- uitgummen
- uithalen
- uithangen
- uithelpen
- uithijgen
- uithollen
- uithongeren
- uithouden
- uithouwen
- uithuwelijken
- uithuwen
- uitjouwen
- uitkeren
- uitkiezen
- uitkijken
- uitklappen
- uitkleden
- uitkomen
- uitkopen
- uitkuren
- uitlachen
- uitladen
- uitlaten
- uitleggen
- uitleiden
- uitlekken
- uitlenen
- uitleveren
- uitlezen
- uitlichten
- uitloggen
- uitlokken
- uitlopen
- uitloven
- uitmaken
- uitmergelen
- uitmonden
- uitmoorden
- uitmunten
- uitnemen
- uitnodigen
- uitoefenen
- uitpakken
- uitpersen
- uitpluizen
- uitpoepen
- uitpraten
- uitprinten
- uitproberen
- uitpuilen
- uitputten
- uitrazen
- uitreiken
- uitrekenen
- uitrekken
- uitrichten
- uitrijden
- uitroeien
- uitroepen
- uitrollen
- uitrukken
- uitrusten
- uitschakelen
- uitscheiden
- uitschelden
- uitschieten
- uitschijnen
- uitschrijven
- uitslaan
- uitslapen
- uitslijpen
- uitsloven
- uitsluiten
- uitsparen
- uitspoelen
- uitspoken
- uitspreken
- uitspugen
- uitstaan
- uitstappen
- uitsteken
- uitstellen
- uitsterven
- uitstorten
- uitstoten
- uitstralen
- uitstrekken
- uittikken
- uittrekken
- uitvaardigen
- uitvallen
- uitvechten
- uitvergroten
- uitverkiezen
- uitverkopen
- uitvinden
- uitvinken
- uitvissen
- uitvloeien
- uitvoeren
- uitvogelen
- uitvouwen
- uitvreten
- uitwaaien
- uitwaaieren
- uitwerken
- uitwerpen
- uitwijken
- uitwijzen
- uitwisselen
- uitwringen
- uitzaaien
- uitzenden
- uitzetten
- uitzien
- uitzitten
- uitzoeken
- uitzonderen
- uitzoomen
- uitzwaaien
- uitzweten