Category:Dutch separable verbs with in
Jump to navigation
Jump to search
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch separable verbs with the particle in.
Pages in category "Dutch separable verbs with in"
The following 120 pages are in this category, out of 120 total.
I
- inademen
- inbakeren
- inbeelden
- inbellen
- inbijten
- inblazen
- inblikken
- inboeten
- inboezemen
- inbreiden
- inbreken
- inbrengen
- inburgeren
- incalculeren
- inchecken
- indammen
- indelen
- indenken
- indienen
- indommelen
- indruisen
- indrukken
- induiken
- indutten
- inenten
- influisteren
- ingaan
- ingeven
- ingieten
- ingraven
- ingrijpen
- inhalen
- inhouden
- inhuldigen
- inhuren
- inklappen
- inkleuren
- inklinken
- inklokken
- inkomen
- inkopen
- inkorten
- inkrimpen
- inladen
- inlassen
- inlaten
- inleiden
- inleven
- inleveren
- inlichten
- inlijven
- inloggen
- inlopen
- inlossen
- inluiden
- inmaken
- innemen
- inpakken
- inparkeren
- inpeperen
- inpolderen
- inrichten
- inrijden
- inroepen
- inroetsjen
- inrukken
- inschakelen
- inschatten
- inschenken
- inschepen
- inschrijven
- inslaan
- inslapen
- inslikken
- insluipen
- insluiten
- insmeren
- insneeuwen
- insnijden
- inspannen
- inspelen
- inspreken
- inspringen
- inspuiten
- instappen
- insteken
- instellen
- instemmen
- instinken
- instorten
- instuderen
- intikken
- intomen
- intrappen
- intreden
- intrekken
- intypen
- invallen
- invangen
- invoegen
- invoeren
- invorderen
- invriezen
- invullen
- inwerken
- inwerpen
- inwijden
- inwikkelen
- inwilligen
- inwinnen
- inwisselen
- inwonen
- inzaaien
- inzamelen
- inzenden
- inzepen
- inzetten
- inzien
- inzitten
- inzoomen