Category:Dutch terms circumfixed with be- -en
Appearance
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch terms bookended with the circumfix be- -en.
Terms are placed in this category using {{af|nl|base|be- -en}}
or {{affix|nl|base|be- -en}}
, where base
is the base lemma from which this term is derived.
Pages in category "Dutch terms circumfixed with be- -en"
The following 91 pages are in this category, out of 91 total.
B
- beaarden
- beangsten
- beangstigen
- bebloemen
- beboeten
- bebolwerken
- bebossen
- becijferen
- bedauwen
- bedijken
- beduvelen
- begekken
- begelukzaligen
- begenadigen
- begrenzen
- begroten
- beharten
- beheren
- beïnvloeden
- beklemtonen
- bekommeren
- bekorten
- bekransen
- bekrijgen
- bekruiden
- belakken
- belasten
- belegeren
- belemen
- belichamen
- belichten
- bemannen
- bemantelen
- bemeesteren
- bemensen
- bemoeilijken
- bemuren
- benadelen
- benadrukken
- benamen
- benauwen
- benenen
- benieuwen
- beoliën
- bepalen
- beperken
- beplaten
- berechten
- beroezen
- beschaduwen
- bespekken
- bestraten
- betegelen
- beteugelen
- betichten
- betonnen
- betuinen
- beveiligen
- bevingeren
- bevlijtigen
- bevolken
- bevoordelen
- bevooroordelen
- bevoorraden
- bevoorrechten
- bevrachten
- bevrienden
- bevrijden
- bevrouwen
- bevruchten
- bevuilen
- bewaarheiden
- bewassen
- bewegwijzeren
- bewelkomen
- beweren
- bewerkstelligen
- bewettigen
- bewieroken
- bewolken
- bewonderen
- bewoorden
- bezanden
- bezatten
- bezeren
- bezielen
- bezondigen
- bezuinigen
- bezwachtelen
- bezwangeren