Jump to content

beschrijven

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch beschriven. Equivalent to be- +‎ schrijven.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /bəˈsxrɛi̯və(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: be‧schrij‧ven
  • Rhymes: -ɛi̯vən

Verb

[edit]

beschrijven

  1. (transitive) to write on
  2. (transitive) to write (a letter) to
  3. (transitive) to describe

Conjugation

[edit]
Conjugation of beschrijven (strong class 1, prefixed)
infinitive beschrijven
past singular beschreef
past participle beschreven
infinitive beschrijven
gerund beschrijven n
present tense past tense
1st person singular beschrijf beschreef
2nd person sing. (jij) beschrijft, beschrijf2 beschreef
2nd person sing. (u) beschrijft beschreef
2nd person sing. (gij) beschrijft beschreeft
3rd person singular beschrijft beschreef
plural beschrijven beschreven
subjunctive sing.1 beschrijve beschreve
subjunctive plur.1 beschrijven beschreven
imperative sing. beschrijf
imperative plur.1 beschrijft
participles beschrijvend beschreven
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: beskryf
  • Negerhollands: beskriev