voorstellen
Appearance
Dutch
[edit]Pronunciation
[edit]Etymology 1
[edit]From Middle Dutch vorestellen. Equivalent to voor + stellen.
Verb
[edit]voorstellen
- (transitive) to present, to put forth, to introduce
- Ik wil graag mijn collega aan je voorstellen.
- I would like to introduce my colleague to you.
- Hij heeft een plan om kostenbesparingen voor te stellen.
- He has a plan to propose cost savings.
- (transitive) to propose, to suggest
- Kun je een oplossing voorstellen voor dit probleem?
- Can you suggest a solution for this problem?
- De werkgroep zal een nieuw beleid voorstellen aan het management.
- The task force will propose a new policy to the management.
- De Schaal van Kardasjev is een door de Russische astronoom Nikolaj Kardasjev voorgestelde indeling voor de technologische ontwikkeling van beschavingen.
- The Kardashev scale is a system proposed by the Russian astronomer Nicolai Kardashev for classifying the technological development of civilizations.
- (reflexive) to imagine
- Hij kan zich niet voorstellen hoe moeilijk het is.
- He can't imagine how difficult it is.
- Ik stel me voor dat we een geweldige tijd zullen hebben op vakantie.
- I imagine that we will have a great time on vacation.
- Stel je voor dat er geen landen zijn.
- Imagine there's no countries.
- (transitive) to amount to, to matter, to be important
- Het stelt niet veel voor wat hij zei.
- What he said doesn't amount to much.
- Het voorstellen van je standpunt is essentieel tijdens de vergadering.
- Presenting your point of view is crucial during the meeting.
- Ik dacht eerst dat het niet zoveel voorstelde.
- I thought at first that it didn't matter too much.
- (intransitive) to represent, to depict
- Dit schilderij stelt een prachtig landschap voor.
- This painting represents a beautiful landscape.
- Het kunstwerk stelt de strijd voor tegen onrecht.
- The artwork depicts the struggle against injustice.
- De Egyptische goden werden als mensen met dierenhoofden voorgesteld.
- The Egyptian gods were represented as humans with animal heads.
Conjugation
[edit]Conjugation of voorstellen (weak, separable) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | voorstellen | |||
past singular | stelde voor | |||
past participle | voorgesteld | |||
infinitive | voorstellen | |||
gerund | voorstellen n | |||
main clause | subordinate clause | |||
present tense | past tense | present tense | past tense | |
1st person singular | stel voor | stelde voor | voorstel | voorstelde |
2nd person sing. (jij) | stelt voor, stel voor2 | stelde voor | voorstelt | voorstelde |
2nd person sing. (u) | stelt voor | stelde voor | voorstelt | voorstelde |
2nd person sing. (gij) | stelt voor | stelde voor | voorstelt | voorstelde |
3rd person singular | stelt voor | stelde voor | voorstelt | voorstelde |
plural | stellen voor | stelden voor | voorstellen | voorstelden |
subjunctive sing.1 | stelle voor | stelde voor | voorstelle | voorstelde |
subjunctive plur.1 | stellen voor | stelden voor | voorstellen | voorstelden |
imperative sing. | stel voor | |||
imperative plur.1 | stelt voor | |||
participles | voorstellend | voorgesteld | ||
1) Archaic. 2) In case of inversion. |
Related terms
[edit]Descendants
[edit]- Afrikaans: voorstel
Etymology 2
[edit]See the etymology of the corresponding lemma form.
Noun
[edit]voorstellen
Anagrams
[edit]Categories:
- Dutch terms with IPA pronunciation
- Dutch terms with audio pronunciation
- Dutch terms inherited from Middle Dutch
- Dutch terms derived from Middle Dutch
- Dutch compound terms
- Dutch lemmas
- Dutch verbs
- Dutch transitive verbs
- Dutch terms with usage examples
- Dutch reflexive verbs
- Dutch intransitive verbs
- Dutch weak verbs
- Dutch separable verbs
- Dutch separable verbs with voor
- Dutch non-lemma forms
- Dutch noun forms