voorstelling
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From voorstellen (“to present”) + -ing.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]voorstelling f (plural voorstellingen, diminutive voorstellinkje n)
- show, performance
- We gingen naar een leuke voorstelling in het theater.
- We went to a nice show at the theater.
- De circusartiesten gaven een adembenemende voorstelling met acrobatiek.
- The circus performers put on a breathtaking performance with acrobatics.
- presentation
- De manager gaf een boeiende voorstelling over het nieuwe project.
- The manager gave an engaging presentation about the new project.
- De spreker gebruikte visuele hulpmiddelen om zijn voorstelling te ondersteunen.
- The speaker used visual aids to support his presentation.
- notion, idea; mental picture
- Ik heb een duidelijke voorstelling van hoe de toekomst eruit zou moeten zien.
- I have a clear idea of how the future should look like.
- Kun je me een voorstellinkje maken van hoe het eruit zal zien?
- Can you give me a mental picture of how it will look like?