vlieten

Dutch

Etymology

From Middle Dutch vlieten, from Old Dutch flietan, from Proto-West Germanic *fleutan, from Proto-Germanic *fleutaną.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈvli.tə(n)/

• Audio:

  (file)

• Rhymes: -itən

Verb

vlieten

1. to flow

Conjugation

Conjugation of vlieten (strong class 2a)
infinitive	vlieten
past singular	vloot
past participle	gevloten
infinitive	vlieten
gerund	vlieten n
	present tense	past tense
1st person singular	vliet	vloot
2nd person sing. (jij)	vliet	vloot
2nd person sing. (u)	vliet	vloot
2nd person sing. (gij)	vliet	vloot
3rd person singular	vliet	vloot
plural	vlieten	vloten
subjunctive sing.1	vliete	vlote
subjunctive plur.1	vlieten	vloten
imperative sing.	vliet
imperative plur.1	vliet
participles	vlietend	gevloten
1) Archaic.

Derived terms

• aanvlieten
• afvlieten
• bevlieten
• bijeenvlieten
• binnenvlieten
• doorvlieten
• gevlieten
• heenvlieten
• invlieten
• nedervlieten
• neervlieten
• omlaagvlieten
• omvlieten
• ondereenvlieten
• ontvlieten
• overvlieten
• rondvlieten
• samenvlieten
• tegenvlieten
• terugvlieten
• toevlieten
• uitvlieten
• vervlieten
• volvlieten
• voorbijvlieten
• voortvlieten
• voorvlieten
• wegvlieten

Noun

vlieten

1. plural of vliet

Middle Dutch

Etymology

From Old Dutch flietan, from Proto-West Germanic *fleutan, from Proto-Germanic *fleutaną.

Verb

vlieten

1. to flow
2. to float
3. to swim
4. to travel over water (by boat)

Inflection

Conjugation of vlieten (strong class 2)

infinitive	base form	vlieten
	genitive	vlietens
	dative	vlietene
		indicative			subjunctive
		present	past		present	past
1st person singular		vliete	vlôot		vliete	vlōte
2nd person singular		vliets, vlietes	vlōots, vlōtes		vliets, vlietes	vlōtes
3rd person singular		vliet, vlietet	vlôot		vliete	vlōte
1st person plural		vlieten	vlōten		vlieten	vlōten
2nd person plural		vliet, vlietet	vlōot, vlōtet		vliet, vlietet	vlōtet
3rd person plural		vlieten	vlōten		vlieten	vlōten
		imperative
singular		vliet, vliete
plural		vliet, vlietet
		present	past
participle		vlietende	gevlōten

Descendants

• Dutch: vlieten

Further reading

• “vlieten”, in Vroegmiddelnederlands Woordenboek, 2000
• Verwijs, E., Verdam, J. (1885–1929) “vlieten”, in Middelnederlandsch Woordenboek, The Hague: Martinus Nijhoff, →ISBN