stilzwijgen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch stille swigen. Equivalent to stil +‎ zwijgen.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈstɪlˌzʋɛi̯.ɣə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: stil‧zwij‧gen

Noun

[edit]

stilzwijgen n (uncountable)

  1. complete silence, absence of speaking or other communication
    Synonym: zwijgen

Verb

[edit]

stilzwijgen

  1. (intransitive) to be completely silent, to be taciturn
    Synonym: zwijgen

Conjugation

[edit]
Conjugation of stilzwijgen (strong class 1, separable)
infinitive stilzwijgen
past singular zweeg stil
past participle stilgezwegen
infinitive stilzwijgen
gerund stilzwijgen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular zwijg stil zweeg stil stilzwijg stilzweeg
2nd person sing. (jij) zwijgt stil, zwijg stil2 zweeg stil stilzwijgt stilzweeg
2nd person sing. (u) zwijgt stil zweeg stil stilzwijgt stilzweeg
2nd person sing. (gij) zwijgt stil zweegt stil stilzwijgt stilzweegt
3rd person singular zwijgt stil zweeg stil stilzwijgt stilzweeg
plural zwijgen stil zwegen stil stilzwijgen stilzwegen
subjunctive sing.1 zwijge stil zwege stil stilzwijge stilzwege
subjunctive plur.1 zwijgen stil zwegen stil stilzwijgen stilzwegen
imperative sing. zwijg stil
imperative plur.1 zwijgt stil
participles stilzwijgend stilgezwegen
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Petjo: swijhen stil