Jump to content

ontmunten

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From ont- (un-, de-) +‎ munten (to coin), or from munt (coin) +‎ ont- -en (privative verb-forming circumfix).

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌɔntˈmʏn.tə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ont‧mun‧ten
  • Rhymes: -ʏntən

Verb

[edit]

ontmunten

  1. (transitive) to remelt coins
  2. (transitive) to demonetize, to remove coins from circulation

Conjugation

[edit]
Conjugation of ontmunten (weak, prefixed)
infinitive ontmunten
past singular ontmuntte
past participle ontmunt
infinitive ontmunten
gerund ontmunten n
present tense past tense
1st person singular ontmunt ontmuntte
2nd person sing. (jij) ontmunt ontmuntte
2nd person sing. (u) ontmunt ontmuntte
2nd person sing. (gij) ontmunt ontmuntte
3rd person singular ontmunt ontmuntte
plural ontmunten ontmuntten
subjunctive sing.1 ontmunte ontmuntte
subjunctive plur.1 ontmunten ontmuntten
imperative sing. ontmunt
imperative plur.1 ontmunt
participles ontmuntend ontmunt
1) Archaic.