lieveheersbeestje
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Alternative forms
[edit]- (uncommon) lieveheersbeest
Etymology
[edit]From Onze Lieve Heer (“our Dear Lord”) + beestje (“beast, animal”). Compare Russian бо́жья коро́вка (bóžʹja koróvka), Irish bóín Dé, Polish boża krówka.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]lieveheersbeestje n (plural lieveheersbeestjes)
- ladybird, ladybug, insectivore beetle of the family Coccinellidae
- Synonyms: onzelieveheersbeestje, pimpampoen (Belgium)
Derived terms
[edit]- citroenlieveheersbeestje
- elfstippelig lieveheersbeestje
- roomvleklieveheersbeestje
- schaakbordlieveheersbeestje
- tienstippelig lieveheersbeestje
- tweestippelig lieveheersbeestje
- veelstippig Aziatisch lieveheersbeestje
- vierentwintigstippelig lieveheersbeestje
- viervleklieveheersbeestje
- vijfstippelig lieveheersbeestje
- zestienstippelig lieveheersbeestje
- zevenstippelig lieveheersbeestje
Descendants
[edit]- Afrikaans: lieweheersbesie
- → West Frisian: leavehearsbistke