zwijgzaam

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From zwijgen +‎ -zaam.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈzʋɛi̯x.saːm/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: zwijg‧zaam

Adjective

[edit]

zwijgzaam (comparative zwijgzamer, superlative zwijgzaamst)

  1. quiet, taciturn

Declension

[edit]
Declension of zwijgzaam
uninflected zwijgzaam
inflected zwijgzame
comparative zwijgzamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial zwijgzaam zwijgzamer het zwijgzaamst
het zwijgzaamste
indefinite m./f. sing. zwijgzame zwijgzamere zwijgzaamste
n. sing. zwijgzaam zwijgzamer zwijgzaamste
plural zwijgzame zwijgzamere zwijgzaamste
definite zwijgzame zwijgzamere zwijgzaamste
partitive zwijgzaams zwijgzamers

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: swygsaam