zwavelzuur
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of zwavel (“sulfur”) + zuur (“acid”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]zwavelzuur n (plural zwavelzuren)
- (chemistry) a sulfuric acid, an oxide of sulfur; notably:
Derived terms
[edit]- zwaveltrioxyde
- zwavelzurig
- zwavelzuur-loodoxyde
- zwavelzuur-zinkoxyde
- zwavelzuuranhydride
- zwavelzuurbad
- zwavelzuurbedrijf
- zwavelzuurbereiding
- zwavelzuurdamp
- zwavelzuurfabricage
- zwavelzuurfabricatie
- zwavelzuurfabriek
- zwavelzuurfabrikant
- zwavelzuurgas
- zwavelzuurgehalte
- zwavelzuurhydraat
- zwavelzuurijzer
- zwavelzuurkamer
- zwavelzuurkwik
- zwavelzuurlood
- zwavelzuurmaking
- zwavelzuurmaking
- zwavelzuurreederij
- zwavelzuurstokerij
- zwavelzuurvergiftiging
- zwavelzuurvorming
- zwavelzuurzout
Descendants
[edit]- Afrikaans: swaelsuur
- → Japanese: 硫酸 (ryūsan) (calque)
- → West Frisian: swevelsoer