Jump to content

waarachtig

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch waerachtich. Equivalent to waar +‎ -achtig.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌʋaːˈrɑx.təx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: waar‧ach‧tig
  • Rhymes: -ɑxtəx

Adjective

[edit]

waarachtig (comparative waarachtiger, superlative waarachtigst)

  1. true, genuine, real
  2. sincere, reliable

Declension

[edit]
Declension of waarachtig
uninflected waarachtig
inflected waarachtige
comparative waarachtiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial waarachtig waarachtiger het waarachtigst
het waarachtigste
indefinite m./f. sing. waarachtige waarachtigere waarachtigste
n. sing. waarachtig waarachtiger waarachtigste
plural waarachtige waarachtigere waarachtigste
definite waarachtige waarachtigere waarachtigste
partitive waarachtigs waarachtigers

Synonyms

[edit]

Derived terms

[edit]

Adverb

[edit]

waarachtig

  1. verily, really

Interjection

[edit]

waarachtig

  1. verily, truly
    Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest.
    Jesus answered: Verily, I assure you: no one can enter the kingdom of God, unless he is born out of water and Spirit.
  2. holy smokes, bugger me backwards

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: wragtig
  • Negerhollands: waarachtig, waeragtig