Jump to content

versterken

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch versterken. By surface analysis, ver- +‎ sterken (to make stronger) and sterk (strong) +‎ ver- -en.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /vərˈstɛr.kə(n)/
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -ɛrkən
  • Hyphenation: ver‧ster‧ken

Verb

[edit]

versterken

  1. (ergative) to strengthen
    Antonym: verzwakken
  2. (transitive) to reinforce, to strengthen
    Antonym: verzwakken
    De regering versterkt de dijken na de overstroming.The government reinforces the dykes after the flood.
  3. (transitive) to amplify
    Synonym: amplificeren
    Antonyms: verzwakken, dempen
    De dj had naar mijn mening het geluid wel wat mogen versterken.In my opinion, the DJ could have amplified the sound a bit.

Conjugation

[edit]
Conjugation of versterken (weak, prefixed)
infinitive versterken
past singular versterkte
past participle versterkt
infinitive versterken
gerund versterken n
present tense past tense
1st person singular versterk versterkte
2nd person sing. (jij) versterkt, versterk2 versterkte
2nd person sing. (u) versterkt versterkte
2nd person sing. (gij) versterkt versterkte
3rd person singular versterkt versterkte
plural versterken versterkten
subjunctive sing.1 versterke versterkte
subjunctive plur.1 versterken versterkten
imperative sing. versterk
imperative plur.1 versterkt
participles versterkend versterkt
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Negerhollands: versterk

Further reading

[edit]
  • versterken” in Woordenlijst Nederlandse Taal – Officiële Spelling, Nederlandse Taalunie. [the official spelling word list for the Dutch language]

Anagrams

[edit]