Jump to content

verplichten

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch verplichten. Equivalent to ver- +‎ plichten and plicht +‎ ver- -en.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /vərˈplɪxtə(n)/, /vɛrˈplɪxtə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ver‧plich‧ten
  • Rhymes: -ɪxtən

Verb

[edit]

verplichten

  1. (transitive) to oblige, compel, force
    De wet verplicht ons om belasting te betalen.The law obliges us to pay taxes.
    De leraar verplichtte de studenten om het boek te lezen.The teacher compelled the students to read the book.
    Ze werd verplicht om een verklaring af te leggen.She was forced to give a statement.
  2. (reflexive) to affiliate, to unite

Conjugation

[edit]
Conjugation of verplichten (weak, prefixed)
infinitive verplichten
past singular verplichtte
past participle verplicht
infinitive verplichten
gerund verplichten n
present tense past tense
1st person singular verplicht verplichtte
2nd person sing. (jij) verplicht verplichtte
2nd person sing. (u) verplicht verplichtte
2nd person sing. (gij) verplicht verplichtte
3rd person singular verplicht verplichtte
plural verplichten verplichtten
subjunctive sing.1 verplichte verplichtte
subjunctive plur.1 verplichten verplichtten
imperative sing. verplicht
imperative plur.1 verplicht
participles verplichtend verplicht
1) Archaic.

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Negerhollands: verpligt