Jump to content

smuigen

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch *smugen, from Old Dutch *smūgan, from Proto-West Germanic *smeugan, from Proto-Germanic *smeuganą.

Pronunciation

[edit]

Verb

[edit]

smuigen

  1. (obsolete) to eat secretly, to snack in secrecy
    • 1737, Joseph Pitton de Tournefort, translated by P. le Clerq, Beschryving van eene reize naar de Levant, gedaan op bevel des konings van Vrankryk, volume 1, page 37:
      Het is vermakelyk dat men , zoo draa men op den Perſiſchen bodem komt, de velden vol kudden verkens ziet , en dat men ' er wyn kan drinken zonder dat men behoeve te ſmuigen.
      (please add an English translation of this quotation)

Conjugation

[edit]
Conjugation of smuigen (weak)
infinitive smuigen
past singular smuigde
past participle gesmuigd
infinitive smuigen
gerund smuigen n
present tense past tense
1st person singular smuig smuigde
2nd person sing. (jij) smuigt, smuig2 smuigde
2nd person sing. (u) smuigt smuigde
2nd person sing. (gij) smuigt smuigde
3rd person singular smuigt smuigde
plural smuigen smuigden
subjunctive sing.1 smuige smuigde
subjunctive plur.1 smuigen smuigden
imperative sing. smuig
imperative plur.1 smuigt
participles smuigend gesmuigd
1) Archaic. 2) In case of inversion.
[edit]