overschouwen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From over- (over-) +‎ schouwen (to watch).

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌoː.vərˈsxɑu̯.ə(n)/
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -ɑu̯ən

Verb

[edit]

overschouwen

  1. (transitive) to oversee, watch over

Conjugation

[edit]
Conjugation of overschouwen (weak, prefixed)
infinitive overschouwen
past singular overschouwde
past participle overschouwd
infinitive overschouwen
gerund overschouwen n
present tense past tense
1st person singular overschouw overschouwde
2nd person sing. (jij) overschouwt, overschouw2 overschouwde
2nd person sing. (u) overschouwt overschouwde
2nd person sing. (gij) overschouwt overschouwde
3rd person singular overschouwt overschouwde
plural overschouwen overschouwden
subjunctive sing.1 overschouwe overschouwde
subjunctive plur.1 overschouwen overschouwden
imperative sing. overschouw
imperative plur.1 overschouwt
participles overschouwend overschouwd
1) Archaic. 2) In case of inversion.