Jump to content

onderuitgaan

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From onderuit +‎ gaan.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧der‧uit‧gaan

Verb

[edit]

onderuitgaan

  1. to fall down (during movement)
    Het is een typische plek waar fietsers makkelijk onderuitgaan.
    This is a typical place where cyclists fall down easily.
  2. (idiomatic) to go under, to fail
    Om te voorkomen dat nabestaanden financieel onderuitgaan, hebben banken een protocol afgesproken.
    To prevent relatives from going under financially, banks have agreed on a protocol.
  3. (sports) to lose a game
    De coach zag zijn ploeg toch weer kansloos onderuitgaan.
    The coach saw his team lose again without a chance.

Conjugation

[edit]
Conjugation of onderuitgaan (strong class 7, irregular, separable)
infinitive onderuitgaan
past singular ging onderuit
past participle onderuitgegaan
infinitive onderuitgaan
gerund onderuitgaan n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular ga onderuit ging onderuit onderuitga onderuitging
2nd person sing. (jij) gaat onderuit, ga onderuit2 ging onderuit onderuitgaat onderuitging
2nd person sing. (u) gaat onderuit ging onderuit onderuitgaat onderuitging
2nd person sing. (gij) gaat onderuit gingt onderuit onderuitgaat onderuitgingt
3rd person singular gaat onderuit ging onderuit onderuitgaat onderuitging
plural gaan onderuit gingen onderuit onderuitgaan onderuitgingen
subjunctive sing.1 ga onderuit ginge onderuit onderuitga onderuitginge
subjunctive plur.1 gaan onderuit gingen onderuit onderuitgaan onderuitgingen
imperative sing. ga onderuit
imperative plur.1 gaat onderuit
participles onderuitgaand onderuitgegaan
1) Archaic. 2) In case of inversion.