Jump to content
Main menu
Main menu
move to sidebar
hide
Navigation
Main Page
Community portal
Requested entries
Recent changes
Random entry
Help
Glossary
Contact us
Search
Search
Appearance
Donations
Create account
Log in
Personal tools
Donations
Create account
Log in
Pages for logged out editors
learn more
Contributions
Talk
Contents
move to sidebar
hide
Beginning
1
Dutch
Toggle Dutch subsection
1.1
Etymology
1.2
Pronunciation
1.3
Verb
1.3.1
Conjugation
Toggle the table of contents
gelijkschakelen
2 languages
Français
Nederlands
Entry
Discussion
English
Read
Edit
View history
Tools
Tools
move to sidebar
hide
Actions
Read
Edit
View history
General
What links here
Related changes
Upload file
Special pages
Permanent link
Page information
Cite this page
Get shortened URL
Download QR code
Print/export
Create a book
Download as PDF
Printable version
In other projects
Appearance
move to sidebar
hide
From Wiktionary, the free dictionary
Dutch
[
edit
]
Etymology
[
edit
]
Compound of
gelijk
+
schakelen
.
Pronunciation
[
edit
]
IPA
(
key
)
:
/ɣəˈlɛi̯kˌsxaː.kə.lə(n)/
Audio
:
(
file
)
Hyphenation:
ge‧lijk‧scha‧ke‧len
Verb
[
edit
]
gelijkschakelen
to
equate
, to
equalise
Conjugation
[
edit
]
Conjugation of
gelijkschakelen
(weak, separable)
infinitive
gelijkschakelen
past
singular
schakelde gelijk
past
participle
gelijkgeschakeld
infinitive
gelijkschakelen
gerund
gelijkschakelen
n
main clause
subordinate clause
present tense
past tense
present tense
past tense
1st person
singular
schakel gelijk
schakelde gelijk
gelijkschakel
gelijkschakelde
2nd person
sing.
(
jij
)
schakelt gelijk
,
schakel gelijk
2
schakelde gelijk
gelijkschakelt
gelijkschakelde
2nd person
sing.
(
u
)
schakelt gelijk
schakelde gelijk
gelijkschakelt
gelijkschakelde
2nd person
sing.
(
gij
)
schakelt gelijk
schakelde gelijk
gelijkschakelt
gelijkschakelde
3rd person
singular
schakelt gelijk
schakelde gelijk
gelijkschakelt
gelijkschakelde
plural
schakelen gelijk
schakelden gelijk
gelijkschakelen
gelijkschakelden
subjunctive
sing.
1
schakele gelijk
schakelde gelijk
gelijkschakele
gelijkschakelde
subjunctive
plur.
1
schakelen gelijk
schakelden gelijk
gelijkschakelen
gelijkschakelden
imperative
sing.
schakel gelijk
imperative
plur.
1
schakelt gelijk
participles
gelijkschakelend
gelijkgeschakeld
1)
Archaic
.
2)
In case of
inversion
.
Categories
:
Dutch compound terms
Dutch terms with IPA pronunciation
Dutch terms with audio pronunciation
Dutch lemmas
Dutch verbs
Dutch weak verbs
Dutch separable verbs
Dutch separable verbs with gelijk
Hidden categories:
Pages with entries
Pages with 1 entry