witsterblauwborst
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From wit (“white”) + ster (“star”) + blauwborst (“bluethroat”).
Noun
[edit]witsterblauwborst m (plural witsterblauwborsten, diminutive witsterblauwborstje n)
- white-spotted bluethroat, Luscinia svecica subsp. cyanecula
- Synonym: witgesterde blauwborst