blauwborst
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of blauw (“blue”) + borst (“chest, breast, thorax”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]blauwborst m (plural blauwborsten, diminutive blauwborstje n)
Derived terms
[edit]- roodsterblauwborst (“Luscinia svecica svecica”)
- witsterblauwborst (“Luscinia svecica cyanecula”)
Further reading
[edit]- “blauwborst” in Woordenlijst Nederlandse Taal – Officiële Spelling, Nederlandse Taalunie. [the official spelling word list for the Dutch language]