Jump to content

verstappen

From Wiktionary, the free dictionary
See also: Verstappen

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From ver- +‎ stappen.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ver‧stap‧pen
  • Rhymes: -ɑpən

Verb

[edit]

verstappen

  1. (reflexive) to misstep
    • 11 February 2022, Tuğrul Çirakoğlu, “Waar begin je als je jezelf hebt gegijzeld?”, in Het Parool[1]:
      Om mezelf rond te kunnen bewegen, moest ik over flinke bergen afval heen stappen. Soms verstapte ik me en zakte ik er zo doorheen.
      In order to move around, I had to step over large piles of rubbish. Sometimes I misstepped and sunk right through.

Conjugation

[edit]
Conjugation of verstappen (weak)
infinitive verstappen
past singular verstapte
past participle geverstapt
infinitive verstappen
gerund verstappen n
present tense past tense
1st person singular verstap verstapte
2nd person sing. (jij) verstapt, verstap2 verstapte
2nd person sing. (u) verstapt verstapte
2nd person sing. (gij) verstapt verstapte
3rd person singular verstapt verstapte
plural verstappen verstapten
subjunctive sing.1 verstappe verstapte
subjunctive plur.1 verstappen verstapten
imperative sing. verstap
imperative plur.1 verstapt
participles verstappend geverstapt
1) Archaic. 2) In case of inversion.