Jump to content

vernieuwen

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From nieuw +‎ ver- -en.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -iu̯ən
  • Hyphenation: ver‧nieu‧wen

Verb

[edit]

vernieuwen

  1. to renew

Conjugation

[edit]
Conjugation of vernieuwen (weak, prefixed)
infinitive vernieuwen
past singular vernieuwde
past participle vernieuwd
infinitive vernieuwen
gerund vernieuwen n
present tense past tense
1st person singular vernieuw vernieuwde
2nd person sing. (jij) vernieuwt, vernieuw2 vernieuwde
2nd person sing. (u) vernieuwt vernieuwde
2nd person sing. (gij) vernieuwt vernieuwde
3rd person singular vernieuwt vernieuwde
plural vernieuwen vernieuwden
subjunctive sing.1 vernieuwe vernieuwde
subjunctive plur.1 vernieuwen vernieuwden
imperative sing. vernieuw
imperative plur.1 vernieuwt
participles vernieuwend vernieuwd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Negerhollands: vernieuw