Jump to content

uitwisselend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

uitwisselend

  1. present participle of uitwisselen

Declension

[edit]
Declension of uitwisselend
uninflected uitwisselend
inflected uitwisselende
positive
predicative/adverbial uitwisselend
uitwisselende
indefinite m./f. sing. uitwisselende
n. sing. uitwisselend
plural uitwisselende
definite uitwisselende
partitive uitwisselends

Anagrams

[edit]