uitvloeisel

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From uitvloeien +‎ -sel.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Noun

[edit]

uitvloeisel n (plural uitvloeisels or uitvloeiselen, diminutive uitvloeiseltje n)

  1. result, outcome