Jump to content

uitlaatpijp

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Compound of uitlaten +‎ pijp.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈœy̯t.laːtˌpɛi̯p/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: uit‧laat‧pijp

Noun

[edit]

uitlaatpijp f (plural uitlaatpijpen, diminutive uitlaatpijpje n)

  1. exhaust pipe