Jump to content

uitgevonden

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

uitgevonden

  1. past participle of uitvinden

Declension

[edit]
Declension of uitgevonden
uninflected uitgevonden
inflected uitgevonden
positive
predicative/adverbial uitgevonden
indefinite m./f. sing. uitgevonden
n. sing. uitgevonden
plural uitgevonden
definite uitgevonden
partitive uitgevondens