uitgehuwelijkt

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

uitgehuwelijkt

  1. past participle of uithuwelijken

Declension

[edit]
Declension of uitgehuwelijkt
uninflected uitgehuwelijkt
inflected uitgehuwelijkte
positive
predicative/adverbial uitgehuwelijkt
indefinite m./f. sing. uitgehuwelijkte
n. sing. uitgehuwelijkt
plural uitgehuwelijkte
definite uitgehuwelijkte
partitive uitgehuwelijkts