uitgebracht

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Adjective

[edit]

uitgebracht (not comparable)

  1. released

Declension

[edit]
Declension of uitgebracht
uninflected uitgebracht
inflected uitgebrachte
comparative
positive
predicative/adverbial uitgebracht
indefinite m./f. sing. uitgebrachte
n. sing. uitgebracht
plural uitgebrachte
definite uitgebrachte
partitive uitgebrachts

Participle

[edit]

uitgebracht

  1. past participle of uitbrengen

Declension

[edit]
Declension of uitgebracht
uninflected uitgebracht
inflected uitgebrachte
positive
predicative/adverbial uitgebracht
indefinite m./f. sing. uitgebrachte
n. sing. uitgebracht
plural uitgebrachte
definite uitgebrachte
partitive uitgebrachts