ruilkaart
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From ruilen + kaart, calque of English trading card.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]ruilkaart f (plural ruilkaarten, diminutive ruilkaartje n)
From ruilen + kaart, calque of English trading card.
ruilkaart f (plural ruilkaarten, diminutive ruilkaartje n)