peetmoeder

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Compound of peet +‎ moeder.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: peet‧moe‧der

Noun

[edit]

peetmoeder m (plural peetmoeders, diminutive peetmoedertje n)

  1. godmother (female godparent)
    Synonyms: peettante, meter
    Ze vroeg haar beste vriendin om de peetmoeder van haar kind te zijn.She asked her best friend to be the godmother of her child.
    Elk kind in de familie heeft zowel een peetvader als een peetmoeder.Every child in the family has both a godfather and a godmother.
    Het peetmoedertje gaf een speciaal cadeau tijdens de doop.The little godmother gave a special gift during the baptism.
[edit]