overvaller
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From overvallen + -er.
Pronunciation
[edit]Audio: (file) - Hyphenation: over‧val‧ler
Noun
[edit]overvaller m (plural overvallers, diminutive overvallertje n)
- robber, raider
- De politie zoekt de overvaller die de winkel heeft beroofd. ― The police are looking for the robber who robbed the store.
- De overvallers namen alle waardevolle spullen mee. ― The raiders took all the valuables.
- Het kleine overvallertje bleek slechts een grapjas te zijn. ― The little robber turned out to be just a joker.