Jump to content

opvoedend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

opvoedend

  1. present participle of opvoeden

Declension

[edit]
Declension of opvoedend
uninflected opvoedend
inflected opvoedende
positive
predicative/adverbial opvoedend
opvoedende
indefinite m./f. sing. opvoedende
n. sing. opvoedend
plural opvoedende
definite opvoedende
partitive opvoedends

Anagrams

[edit]