Jump to content

opgeleid

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

opgeleid

  1. past participle of opleiden

Declension

[edit]
Declension of opgeleid
uninflected opgeleid
inflected opgeleide
positive
predicative/adverbial opgeleid
indefinite m./f. sing. opgeleide
n. sing. opgeleid
plural opgeleide
definite opgeleide
partitive opgeleids