omhoogzitten

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From omhoog +‎ zitten. This etymology is incomplete. You can help Wiktionary by elaborating on the origins of this term.

Verb

[edit]

omhoogzitten

  1. (idiomatic, intransitive) to have problems, be in trouble [with met ‘with’]
    De louche ondernemer zat omhoog met de belastingdienst.The seedy entrepreneur had problems with the tax authority.

Conjugation

[edit]
Conjugation of omhoogzitten (strong class 5, separable)
infinitive omhoogzitten
past singular zat omhoog
past participle omhooggezeten
infinitive omhoogzitten
gerund omhoogzitten n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular zit omhoog zat omhoog omhoogzit omhoogzat
2nd person sing. (jij) zit omhoog zat omhoog omhoogzit omhoogzat
2nd person sing. (u) zit omhoog zat omhoog omhoogzit omhoogzat
2nd person sing. (gij) zit omhoog zat omhoog omhoogzit omhoogzat
3rd person singular zit omhoog zat omhoog omhoogzit omhoogzat
plural zitten omhoog zaten omhoog omhoogzitten omhoogzaten
subjunctive sing.1 zitte omhoog zate omhoog omhoogzitte omhoogzate
subjunctive plur.1 zitten omhoog zaten omhoog omhoogzitten omhoogzaten
imperative sing. zit omhoog
imperative plur.1 zit omhoog
participles omhoogzittend omhooggezeten
1) Archaic.