Jump to content

nagevolgd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

nagevolgd

  1. past participle of navolgen

Declension

[edit]
Declension of nagevolgd
uninflected nagevolgd
inflected nagevolgde
positive
predicative/adverbial nagevolgd
indefinite m./f. sing. nagevolgde
n. sing. nagevolgd
plural nagevolgde
definite nagevolgde
partitive nagevolgds