Jump to content

kenmerken

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Etymology 1

[edit]

From kenmerk +‎ -en.

Verb

[edit]

kenmerken

  1. to characterize
Conjugation
[edit]
Conjugation of kenmerken (weak)
infinitive kenmerken
past singular kenmerkte
past participle gekenmerkt
infinitive kenmerken
gerund kenmerken n
present tense past tense
1st person singular kenmerk kenmerkte
2nd person sing. (jij) kenmerkt, kenmerk2 kenmerkte
2nd person sing. (u) kenmerkt kenmerkte
2nd person sing. (gij) kenmerkt kenmerkte
3rd person singular kenmerkt kenmerkte
plural kenmerken kenmerkten
subjunctive sing.1 kenmerke kenmerkte
subjunctive plur.1 kenmerken kenmerkten
imperative sing. kenmerk
imperative plur.1 kenmerkt
participles kenmerkend gekenmerkt
1) Archaic. 2) In case of inversion.
[edit]
Descendants
[edit]
  • Afrikaans: kenmerk

Etymology 2

[edit]

See the etymology of the corresponding lemma form.

Noun

[edit]

kenmerken

  1. plural of kenmerk