hoofdzaak
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From hoofd (“head”) + zaak (“matter, affair”). Compare German Hauptsache.
Pronunciation
[edit]Audio: (file) - Hyphenation: hoofd‧zaak
Noun
[edit]hoofdzaak f (plural hoofdzaken, diminutive hoofdzaakje n)
- matter of primary importance or priority
- Hij kan hoofd- en bijzaken niet onderscheiden.
- He cannot tell what is important and what is not.
- De hoofdzaak is nu dat we het bloeden stoppen.
- What matters most right now is that we stop the bleeding.
- Hij kan hoofd- en bijzaken niet onderscheiden.