Jump to content

gewerkt

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

gewerkt

  1. past participle of werken

Declension

[edit]
Declension of gewerkt
uninflected gewerkt
inflected gewerkte
positive
predicative/adverbial gewerkt
indefinite m./f. sing. gewerkte
n. sing. gewerkt
plural gewerkte
definite gewerkte
partitive gewerkts