dezelfde

Dutch

Etymology

Univerbation of de +‎ zelfde.

Pronunciation

• IPA^(key): /dəˈzɛlf.də/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: de‧zelf‧de
• Rhymes: -ɛlfdə

Determiner

dezelfde m or f or pl (neuter hetzelfde)

1. (singular) the same

   Ik heb dezelfde jurk als zij.

   I have the same dress as her.

2. (plural) the same

   Dit zijn dezelfde mensen die we de vorige keer zagen.

   These are the same people we saw last time.

Pronoun

dezelfde m or f or pl (neuter hetzelfde, personal plural dezelfden)

1. (singular) the same [one]

   We hebben weer voor dezelfde gekozen.

   We chose the same one again.

2. (plural) the same [ones]

   "Wil je wat koekjes?" "Als het maar niet dezelfde zijn als vorige keer."

   "Do you want some biscuits?" "As long they're not the same ones as last time."

Related terms

demonstrative

• datzelfde (neuter, distal)
• diezelfde (non-neuter, distal)
• ditzelfde (neuter, proximal)

 

indefinite

• eenzelfde