bovenwerkelijk

Dutch

Etymology

From boven (“above”) +‎ werkelijk (“real”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌboː.və(n)ˈʋɛr.kə.lək/
• Hyphenation: bo‧ven‧wer‧ke‧lijk

Adjective

bovenwerkelijk (comparative bovenwerkelijker, superlative bovenwerkelijkst)

1. surreal

Declension

Declension of bovenwerkelijk
uninflected	bovenwerkelijk
inflected	bovenwerkelijke
comparative	bovenwerkelijker
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		bovenwerkelijk	bovenwerkelijker	het bovenwerkelijkst het bovenwerkelijkste
indefinite	m./f. sing.	bovenwerkelijke	bovenwerkelijkere	bovenwerkelijkste
	n. sing.	bovenwerkelijk	bovenwerkelijker	bovenwerkelijkste
	plural	bovenwerkelijke	bovenwerkelijkere	bovenwerkelijkste
definite		bovenwerkelijke	bovenwerkelijkere	bovenwerkelijkste
partitive		bovenwerkelijks	bovenwerkelijkers	—

Synonyms

• surreëel

Derived terms

• bovenwerkelijkheid