blinddoek
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]blinddoek m (plural blinddoeken, diminutive blinddoekje n)
Derived terms
[edit]Descendants
[edit]- Afrikaans: blinddoek
blinddoek m (plural blinddoeken, diminutive blinddoekje n)