Jump to content

bijzettend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

bijzettend

  1. present participle of bijzetten

Declension

[edit]
Declension of bijzettend
uninflected bijzettend
inflected bijzettende
positive
predicative/adverbial bijzettend
bijzettende
indefinite m./f. sing. bijzettende
n. sing. bijzettend
plural bijzettende
definite bijzettende
partitive bijzettends