bijvoegend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

bijvoegend

  1. present participle of bijvoegen

Declension

[edit]
Declension of bijvoegend
uninflected bijvoegend
inflected bijvoegende
positive
predicative/adverbial bijvoegend
bijvoegende
indefinite m./f. sing. bijvoegende
n. sing. bijvoegend
plural bijvoegende
definite bijvoegende
partitive bijvoegends

Anagrams

[edit]