Jump to content

beledigd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

beledigd

  1. past participle of beledigen

Declension

[edit]
Declension of beledigd
uninflected beledigd
inflected beledigde
positive
predicative/adverbial beledigd
indefinite m./f. sing. beledigde
n. sing. beledigd
plural beledigde
definite beledigde
partitive beledigds