Jump to content

baasje

From Wiktionary, the free dictionary
See also: Bääsje

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Noun

[edit]

baasje n (plural baasjes)

  1. (literally) diminutive of baas

Noun

[edit]

baasje n (plural baasjes)

  1. (figuratively, endearing) a boy, young male person
    Mark is een vrolijk Haags baasje met rode koontjes en een slecht geheugen.Mark is a jolly lad from The Hague with ruddy cheeks and poor memory.
  2. (figuratively, usually used definitely: het baasje) pet owner
    Wie is het baasje van deze mopshond?Who is the owner of this pug?