afzoekend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

afzoekend

  1. present participle of afzoeken

Declension

[edit]
Declension of afzoekend
uninflected afzoekend
inflected afzoekende
positive
predicative/adverbial afzoekend
afzoekende
indefinite m./f. sing. afzoekende
n. sing. afzoekend
plural afzoekende
definite afzoekende
partitive afzoekends